Overslaan en naar de inhoud gaan

TDM - voriconazol

Afnametijdstip

  • Bij voorkeur een dalspiegel bepalen 48-72 uur na aanvang therapie. Afname kort voor de volgende gift.
  • Spiegelbepaling wordt extern uitgevoerd op maandag, woensdag en vrijdag. Monster bij voorkeur af laten nemen op dag voor bepaling.

Referentiewaarde

  • Dalspiegel: 1-6 mg/L bij pulmonale aspergillose.
  • Bij leverfunctiestoornis is het advies de bovengrens te verlagen naar 4 mg/L.
  • Bij moeilijk te penetreren gebieden 2-6 mg/L.

Opmerking 

  • De leverfunctie (ASAT, ALAT, AP, GGT) controleren vóór het begin van de behandeling en ten minste wekelijks gedurende de eerste maand van de behandeling, daarna maandelijks mits de leverfunctie niet verslechterd. 
  • Het routinematig controle van de voriconazolspiegel (1 a 2 maal per week) bij lever enzym waarde 3-5 keer hoger dan normaal waarden is aan te bevelen om toxiciteit te voorkomen. 
  • Bij gebruik van voriconazol wordt gestart met een oplaaddosering (6 mg/kg 2dd) en vervolgens wordt een onderhoudsdosering (4 mg/kg 2dd) gegeven.

 

Bron: TDM - monografie voriconazol 2014